Dit interview werd door de redactie van Ons Leven afgenomen op 30 januari 2021.
Beste meneer Coens, enkele maanden geleden lanceerde u het Kerstmanifest met de slogan ‘Power to the people’. U besprak daarin de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen waarop u wilt inzetten. Het document lijkt qua naam sterk op het Kerstprogramma dat de CVP meer dan 75 jaar geleden uitbracht. Wil u met het manifest een oudere, conservatievere koers op?
Ik ben blij dat jullie het gelezen hebben (lacht). Het Kerstmanifest is eerder een persoonlijke visie. De bedoeling daarvan is om aanzet te geven tot een echt programma dat we op ons partijcongres in december zullen gebruiken. De CVP wou met hun boodschap kort na de oorlog vooral de uitdagingen van toen aanpakken. Mijn manifest is eerder een captatie van gedachten: Waar staan we voor? Waar zijn mensen gelukkig mee? En waar willen we naartoe? Ik wil de partij ideologisch richten tot de overtuiging dat we veel materiële welvaart hebben opgebouwd, maar dat een groot deel van de bevolking een gevoel van voldoening en waardering mist.
Met de titel ‘Power to the People’ willen we terugkeren naar de kerngedachte van de christendemocratie, en mensen versterken zodat ze weer impact hebben. De analyse in het manifest is dat er onvrede en een gevoel van machteloosheid heerst. Er is een gebrek van impact van mensen op zichzelf, op anderen en de samenleving. De impact van die mensen weer versterken is dus de basisgedachte.
U heeft het over de negatieve gevolgen van materialisme op de samenleving, maar is het wel mogelijk om daar binnen het politieke systeem iets aan te doen? Een van uw regelmatige regeringspartners, de Open VLD, is bijvoorbeeld sterk individualistisch ingesteld.
Ik laat het aan elke partij voor zich om in te zetten op hun eigen ideologie. Liberalen vertrekken vanuit een individuele benadering, dat een persoon enorm veel verantwoordelijkheid aankan. Wij christendemocraten zien het leven in verbondenheid met anderen. Niet alleen met de mensen van vandaag, maar ook met die uit het verleden én de toekomst. Denk aan onze tradities die we overerven en die we doorgeven aan de volgende generatie. Louter voor jezelf leven met een maximalisatie van het materiële is niet ons uitgangspunt. Dat maakt mensen niet gelukkig. Geld kan natuurlijk kort tot voldoening leiden, maar ik denk dat we vandaag, in coronatijd, beseffen dat het leven afhangt van je relaties met anderen en de aandacht die je hebt voor je omgeving. Daar willen we weer de focus op leggen.
Hoe je dat kan doen met andere partijen? In België is er een politiek lappendeken en zal je altijd coalities moeten vormen. De Vlaamse en de federale regering verschillen in samenstelling, net zoals de besturen op lokaal niveau. Bij de ene partner hebben we gelijkenissen over het verbondenheidsgevoel, en bij anderen dan weer over thema’s zoals het creatief ondernemerschap en de aandacht voor de omgeving. We proberen vooral ons eigen verhaal te brengen in al die coalities.
Dat doet denken aan het verhaal dat Kurz aan het schrijven is in Oostenrijk. Zijn christendemocratische partij haalt in de peilingen zelfs boven de 40%. Is een partij als die van Kurz een voorbeeld voor die van u?
De ÖVP in Oostenrijk, maar ook de CDU in Duitsland, geven ons hoop en inspiratie voor hoe onze ideologie zich aanpast aan deze tijden. Er is dus een grote partijmogelijkheid voor christendemocratie in Europa. Kurz is niet bang om eigentijdse accenten te leggen. Hij zet in op thema’s die ook ik in het Kerstmanifest heb onderschreven: zorg op mensenmaat, globalisering en vervreemding, maar ook de ambitie die mensen hebben, zowel naar de toekomst toe als naar het klimaat. Iedere keer opnieuw gaat het erover dat je mensen daar niet angstig voor moet maken, maar dat je ook oplossingen moet aanreiken. Vandaar dat heel de rode draad het nabijheidsverhaal is. Dus ja, Oostenrijk is een geval waar we in het bijzonder naar kijken.
U haalde zelf ook de uitspraak “Stop de vervreemding” uit het kerstmanifest aan. Dertig jaar geleden zou dat misschien een uitspraak van het Vlaams Blok geweest zijn.
Mensen hebben een gevoel van vervreemding en dat moeten we erkennen. Daar kunnen we in de onmiddellijke omgeving van mensen op inzetten. Het is belangrijk dat hun buurt veilig en proper is, dat er basisvoorzieningen zijn en dat hun taal gesproken wordt. Zelfs vanuit een ruimtelijke context moet er herkenbaarheid zijn. Te grote veranderingen in een buurt betekenen voor veel mensen soms vervreemding. Daar is te weinig aandacht voor geweest in het verleden, ook 30 jaar geleden.
Ik heb een tijd in de hoofdstad gewoond, en ook in een grote stad is er behoefte aan een lokaal gevoel. Mensen hechten belang aan de plaats waar je woont. Daar moet je veilig zijn, daar moet het leefbaar zijn, daar moet je basisvoorzieningen hebben en moet je elkaars taal kunnen spreken.
Over politiek: het is een publiek geheim dat er opnieuw contacten zijn tussen jullie partij en de N-VA om weer een nauwere samenwerking aan te gaan, bijvoorbeeld in de vorm van een kartel.
Er zijn niet onmiddellijk nauwere contacten met de N-VA. Onze partij onderhoudt natuurlijk banden met alle partijvoorzitters waarmee we in de regeringen zitten. We zijn nu vooral druk bezig met de inhoudelijke oefening die we daar dit jaar doen om de eigen partijlijn scherper te stellen.
U ontkent dus dat er een nauwere toenadering is tussen uw partij en de N-VA?
Ja, wat dat betreft zijn er geen enkele recente contacten namens ons, en met geen enkele partij. We zijn vandaag vooral bezig met ons eigen inhoudelijk project.
In het federaal regeerakkoord staat dat er gewerkt gaat worden aan een grondwetsherziening. Gaat daar veel van in huis komen met partijen zoals MR en Ecolo, die willen herfederaliseren?
Dat zijn twee verschillende zaken natuurlijk. Als het gaat over de herziening van de grondwet: dat is voorbereidend werk om een grondwetgevende vergadering te hebben na verkiezingen. In die zin zouden we toch zeker moeten bekomen dat artikel 195 voor herziening vatbaar wordt verklaard (om een staatshervorming mogelijk te maken, n.v.d.r.), maar hopelijk ook enkele andere artikelen, zodat je in de volgende legislatuur, met de grondwetsherzieningen die er dan zijn, zaken op punt kunt stellen. We willen ook dat we voor het land een model hebben naar de toekomst toe, namelijk dat we vertrekken vanuit de gewesten en de gemeenschappen, maar dat die voor bepaalde zaken wel kunnen samenwerken. Daar zitten we inderdaad niet op dezelfde golflengte als de andere partijen, maar dat is vandaag toch niet onmiddellijk uitvoerbaar, gelet op de grondwetsartikelen die niet in herziening zijn. We moeten dus kijken na 2024, maar dat houdt ons niet tegen om die zaken nu al in dialoog met hen te bespreken. En niet alleen met hen: er komt ook al een dialoogplatform, in een ruimere context. Die indicaties die wél in het regeerakkoord staan, zijn natuurlijk voor ons belangrijker, en dat zijn twee belangrijke zaken. Ten eerste is er het deblokkeringsmechanisme, zodat de regeringsonderhandelingen op een andere manier kunnen leiden tot een federale regering. Ten tweede is er dan inderdaad het brengen naar de gefedereerde entiteiten – de gewesten en gemeenschappen – van de homogene pakketten van de gezondheidszorg.
Tijdens de voorzittersverkiezingen van de CD&V heeft u sterk ingezet op het abortusthema. U bent als enige regeringspartner tegenstander van de optrekking van die termijn naar 18 weken. Het is niet ondenkbaar dat een partij die het goed doet in de peilingen, zoals de sp.a, een regeringscrisis zou ontlokken door dat thema opnieuw op tafel te leggen. Wat zou uw reactie daarop zijn?
Dat is een hypothetische vraag natuurlijk, en ik wil niet aan intentieprocessen doen. Iedereen heeft het regeerakkoord ondertekend en men weet wat daar onze positie in is: zonder consensus kan daar niet van afgeweken worden. Ik denk ook niet dat de sp.a die kwestie een regeringscrisis waard zou vinden. Er zijn heel wat andere zaken waar mensen mee bezig zijn. Ik denk wel dat iedereen in de regering dan ook beseft dat dit niet het moment is om daarover te struikelen. Te meer dat de uitdagingen groot zijn, zowel op sociaal vlak, in de gezondheidssector als wat onze economie betreft.
U zou dus wel op uw strepen blijven staan?
Ja, ik denk dat we op onze strepen hebben gestaan en dit zullen blijven doen. Ik zie niet in waarom we dat zouden veranderen. Er moet eerst een evaluatie komen van de huidige wetgeving en als er iets moet gebeuren, dan moet dat door middel van consensus.
Stel dat het dan toch tot een parlementaire stemming zou komen, zou de CD&V dan overwegen om uit de regering te stappen?
Ja. Als er een stemming komt over een ontwerp dat wij onaanvaardbaar vinden, wordt het regeerakkoord duidelijk met de voeten getreden en is er een probleem voor deze regering.
In België is er lang een verbod geweest op georganiseerde erediensten, vanwege de coronacrisis. Ons land nam de strengste maatregelen en hield deze het langst aan van heel Europa. Is het niet opmerkelijk dat een christendemocratische partij zoiets toestond?
Die maatregel moet in zijn ruimer kader van bescherming van de volksgezondheid en afremming van het coronavirus gesitueerd worden. Dat was dus niet een louter geïsoleerde maatregel. Overal waar mensen samenkwamen, zijn er sluitingen en verboden geweest, denk maar aan het verplichte telewerken bij bedrijven of de kappers, die nog steeds gesloten zijn (op het ogenblik van de afname van het interview, n.v.d.r.). Overigens hebben we er ook voor gepleit dat het verbod pas na het weekend waarin 1 november viel zou ingaan, zodat Allerheiligen en Allerzielen nog in gemeenschap gevierd konden worden. We hebben ook gekeken of er rond Kerst iets kon gebeuren. Maar natuurlijk, er zijn zoveel evenementen die mensen samenbrengen en die niet mochten doorgaan, dus je mag niet het ene voortrekken op het andere. Het is alleszins belangrijk dat gelovigen beseffen dat dit echt enkel omwille van de volksgezondheid was. Maar ik besef dat het moeilijk is geweest, in het bijzonder de begrafenissen in zeer beperkte kring.
Maar België was toch één van de strengste Europese landen, en dan komt de vraag naar proportionaliteit toch op. De meeste gelovigen hebben wel begrip kunnen opbrengen voor het verbod op georganiseerde erediensten, zeker aan het begin van de lockdown. Maar dat draagvlak erodeerde langzaamaan wel, zeker toen niet-essentiële winkels weer mochten openen. Waarom is het verbod als langste in Europa behouden?
In een winkel ben je maar eventjes: je gaat binnen, koopt iets en gaat weer naar buiten. In een kerk even binnengaan om individueel te bidden vormde dan ook geen probleem. Het probleem lag in het houden van een viering. Daarom zou ik een eredienst niet vergelijken met een winkel, maar eerder met een concert of theatervoorstelling, want je bent er voor langere tijd in groep. Daarover ging ook de problematiek met de Joodse gemeenschap: zij stelden dat ze toevallig allen individueel daar aanwezig waren om te bidden, terwijl het duidelijk om een viering ging. Ik besef wel dat er bij het nemen van maatregelen soms te weinig aandacht is voor het gemeenschapsaspect van spiritualiteit en zingeving. Gemeenschap is ook belangrijk voor het mentale welzijn in het algemeen. We gaan daar nu meer oog voor hebben, zeker bij jongeren.
Denkt u dat de CD&V een kans gemist heeft door niet harder voor de eredienst op te komen? Er kwam vanuit gelovige hoek toch steeds meer kritiek dat België de meest ingrijpende maatregelen nam, en deze mensen maken toch de kern van uw partij uit?
Wel, ik hoop dat het kiespubliek ruimer is dan louter kerkgangers. Maar hoe streng andere landen zijn, weet ik niet. Er is overigens ook een gesprek geweest met de bisschoppen. Er zijn mensen die er heel luid over willen roepen, maar de georganiseerde geloofsgemeenschappen hebben zich heel inschikkelijk opgesteld. We hebben ook ingezet op Kerstmis, want Kerst is een belangrijk feest voor ons. Onze ministers hebben daar ook sterk op ingezet maar dat is dan uiteindelijk toch niet gelukt omwille van de coronacijfers.
Recent ontstond de Stuurboordbeweging binnen uw partij. Samen in een gesprek met Rik Van Cauwelaert gaven zij lichte kritiek op uw Kerstmanifest. Denkt u dat overlap is tussen waar zij voor pleiten en uw boodschap?
Ik heb dat gesprek mee gevolgd. Het was vooral Rik Van Cauwelaert die sprak en zelf hebben ze niet zoveel geponeerd. Het was wel een interessant gesprek, ik vond dat dat goed werd gedaan. Over het Kerstmanifest vond ik dat er geen grote analyse was, maar ze waren gevat in de rest van het gesprek. Enkele zaken die ze aanhaalden hebben ze ook al eerder vermeld, zoals het nabijheidsverhaal, het terug beter voelen van de mensen in een globaal wordende wereld, het lokale centraal staan, de creativiteit enzovoort. ‘Vertrouw op verantwoordelijkheid!’, luidt het tweede hoofdstuk van het manifest. Ik denk dat ze zich kunnen vinden in wat er staat.
Ze hadden wel wat kritiek was op uw partij. De CD&V zou door vele regeringsdeelnames afgedwaald zijn van de kern van de christendemocratie en wat verlinkst zijn. Gaat u mee in die analyse?
Stuurboord schuift een aantal christendemocratische waarden naar voren die ik ook belangrijk vind: de verbondenheid onder elkaar en tussen heden, verleden en toekomst. Dat gaat eigenlijk niet over links of rechts. Daarnet hebben we het over het ecologische verhaal gehad. Dat wordt doorgaans als een links thema aanschouwd, terwijl de omgeving willen behouden voor de toekomst vrij rechts of conservatief is. Ik denk dat ze zich daar wat op verkijken.
U ziet het dus niet als een nieuw ID21, een groep die wrevel bracht binnen de Volksunie en uiteindelijk mee voor haar ondergang zorgde?
Nee, dat niet. Ik ken de mensen die daar deel van uitmaken, dat zijn mensen die in onze eigen partijorganen zitten. Het is goed dat mensen reflecteren over de waarden die hen verbinden. Ik denk dat ze voor een stuk gedreven zijn door de verkiezingsuitslag van mei 2019 en dat ze zien waar het electoraat naartoe gaat, maar daarom hoeft de partij niet diep te veranderen.
Dus u gaat niet mee met de analyse van de lichte verlinksing?
Dat is dezelfde analyse die de media maakte tijdens onze deelname aan de Zweedse regering. Ik vond dat toen ook al raar. Het belangrijkste is dat we onze eigen boodschap scherp stellen en niet naar de links-rechts tegenstelling gaan. Ik kijk naar de uitdagingen van de mensen en waarom mensen ontevreden zijn. Dat heeft denk ik te maken met de digitale en economische wereld die snel opgeschaald wordt. We moeten een correctie doorvoeren op het gigantisme en globalisme. Ik ben akkoord dat we daar te weinig op hebben ingezet in het verleden. We zijn constant in een liberale denkende euforie meegegaan. Ook het cultureel maatschappelijk denken is niet voor iedereen haalbaar, denk ik.
Donald Trump was een grote criticus van de globalisatie. Zal de verkiezing van president Biden leiden tot een terugkeer tot de “normale” globalistische koers?
De koers van Biden moeten we nog even afwachten. Een groot deel van de bevolking daar is heel gevoelig voor de effecten van globalisatie. In Amerika kunnen bepaalde zaken niet mee met het globale. In Europa is dat anders: ik geloof er echt in dat we met Europa hierop moeten inzetten. We kunnen die uitdaging niet alleen aan omdat de multinationals zulke globale spelers geworden zijn. Ze zijn soms sterker dan individuele landen. We hebben Europa nodig om ervoor te zorgen dat Facebook mensen niet tot product maakt of haar belastingen niet kan ontwijken. Ik vind dat de EU veel meer moet inzetten op het vrijwaren van onze eigen producenten en minder op bepaalde culturele verschillen binnen het continent.
Denkt u dat die boodschap, de kritiek op doorgedreven individualisme en globalisering, gaat aanslaan in 2024?
We moeten dit verder uitwerken natuurlijk, maar ik denk dat wel. De overheid heeft te veel van het directe engagement van mensen die voor elkaar zorgen overgenomen. Burgers die dat zelf doen, voelen zich beter in hun vel. Als mensen tevreden zijn, dan denk ik dat ze zich meer zullen richten tot partijen als de christendemocraten.
En minder op de uitersten stemmen?
Inderdaad! Mensen stemmen op extreme partijen omdat ze voelen dat er problemen zijn. Ze zijn ontevreden en dus boenk links, of boenk rechts. Dat is natuurlijk een signaal voor mij, maar dat biedt geen verandering. De oplossing ligt bij ons.
Kan uw fractie de komende jaren hierop doorduwen, aangezien de liberalen momenteel heel sterk staan in Europa?
We hebben met de EVP een sterke delegatie, samen met Ursula von der Leyen. Ik kan niet voor de liberalen spreken, maar hoe zij tegenover bepaalde dingen staan, kan evolueren, denk ik.
U zei dat de jongeren als eerste aan bod zouden moeten komen voor versoepelingen, na de ouderen. Kunt u dat toelichten?
De ouderen en kwetsbaren worden als eerste gevaccineerd omdat we de zwaksten willen beschermen. Wanneer zij gevaccineerd zijn, dan zijn de jongeren de eerste groep waarvoor we moeten versoepelen en regels moeten lossen. Dat gebeurt nu al met het openhouden van de scholen en de buitenschoolse activiteiten, maar dat moeten we doortrekken naar studenten. Een aantal vrienden van mijn kinderen hebben corona opgelopen, maar die merkten er niets van. Dat was zoals een lichte verkoudheid. Het is niet dramatisch om daar even ziek van te zijn. Waar we wel mee moeten opletten is dat jongeren de kwetsbare groepen niet besmetten. We zijn nu een jaar bezig en samenleven met het virus is ook een belangrijke uitdaging. Ik hoop dat de pandemie snel voorbij is natuurlijk, maar daarover gaat het niet. In Barcelona heeft men een proeffestival gehouden met jongeren. De aanwezigen kunnen vooraf en achteraf getest worden en ze kunnen een mondmasker dragen. Misschien is er dan geen groot probleem. Laat ons zulke zaken uitproberen.
Hoe ziet u die versoepelingen voor jongeren in de praktijk? Houdt het in dat u de jeugdbewegingen wat meer vrijheid geeft? De Standaard rapporteerde onlangs dat een kotbubbel van 5 à 6 personen een denkpiste is.
Je hebt veel verscheidenheid in de leeftijdsgroep 18-25. Je hebt bijvoorbeeld ook mensen die niet studeren. Mijn drie kinderen doen dat wel. En het kot vormt daarbij een specifiek probleem. Neem nu de situatie van mijn dochter: zij is sinds 14 december op kot, en komt niet naar huis. Mocht er een kotbubbel zijn, kan ze met die mensen dingen doen. Dat concept van de kotbubbel houdt dan in dat je met de mensen van je kot één bubbel vormt, zodat dat in de plaats van je familie- of gezinsbubbel komt. We hadden dat concept al vroeger moeten uitwerken, en in Wallonië is het trouwens al ingeburgerd. Ik ben ook blij dat er een doorbraak is voor jeugdbewegingen, waarbij activiteiten voor jongeren ouder dan 12 weer mogelijk is. We moeten jongeren ook wat perspectief geven voor de zomer, dat er dan activiteiten mogelijk zijn en ze opnieuw mensen kunnen ontmoeten. Het is uiteraard voor iedereen een moeilijke situatie, maar we moeten ook niet overdreven dramatiseren: tenslotte is het geen oorlog. Toch heb ik in bijzonder sympathie voor de situatie van studenten, omdat die jaren nooit meer terugkeren. Als je midden de veertig bent, blijft de situatie ongeveer dezelfde.
Wilt u nog iets gerealiseerd zien voor jongeren, naast de jeugdbewegingen en kotbubbels?
Ja, ik denk in het bijzonder dat studenten die pleiten voor psychologische bijstand vooral met elkaar contact willen. Dat geldt natuurlijk ook voor niet-studenten.
Misschien kunnen we nu eindigen met een vraag over uw eigen studentenleven.
Tijdens mijn studententijd was ik een zeer ernstige jongeman uiteraard (lacht). Ik heb burgerlijk ingenieur-bouwkunde gestudeerd in Leuven.
Heeft u dan ook bij VTK gezeten?
Ja, ik ben bij VTK actief geweest, dat was in Heverlee. De eerste jaren waren wel behoorlijk intens, maar de latere jaren heb ik wel op een andere manier ingevuld. Ik zat dan op kot in Leuven-centrum en ik heb ook een tijdje gestudeerd in Delft, in Nederland. Vandaar ook mijn gevoeligheid voor de studenten: ik vond dat meer dan de humaniora een zeer belangrijke periode om menselijke banden te leggen.
Ik moet wel eerlijk zeggen dat ik vind dat er wel wat veranderd is als ik mijn studententijd bekijk ten opzichte van nu. Dan zie ik dat mijn kinderen opereren in die digitale wereld. Zij houden met heel veel mensen contact, maar op een andere manier. Wij hadden geen smartphones toen. Als we wilden bellen moest dat via een telefoonkot en dat werkte de helft van de tijd niet, en uw geld vloog erdoor. Je was verbonden met de mensen van je studierichting of van je kot. Enkel op specifieke manieren kon je dan met anderen wel in contact komen. Zo heb ik met een bouworde ten tijde van het communisme subversief actie gaan voeren in Oost-Europa. Daar heb ik ook nog wel wat banden door gesmeed, maar in principe zat je toch in een kleinere omgeving. Ik stel vast dat studenten nu heel veel mensen kennen, maar niet per se degenen met wie ze studeren.
Interview afgenomen door Arno Lehouck en Sam Van Noyen
Lees het interview uit Ons Leven met Sammy Mahdi (CD&V) Meer Ons Leven? maak je snel abonnee!